Agri-bescherming

Onlangs heeft de Limburgse vlaai de status verkregen van een ‘Beschermde Geografische Aanduiding’ (BGA). Dit betekent dat een Limburgse vlaai voortaan een beschermd streek product betreft. Om een Limburgse vlaai te zijn, dient deze gebakken te zijn op Limburgs grondgebied (België of Nederland). Daarnaast dient het product aan een aantal strikte eisen te voldoen. Zo mag de vlaai na het bakken niet worden ingevroren, moet een vlaaipunt uit de hand te eten te zijn en worden er bepaalde eisen gesteld aan de omvang, het gewicht alsook aan de dikte van de bodem.  

Een Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) is één van de kwaliteitslabels die de Europese Commissie kan verstrekken om streekproducten een bepaalde bescherming toe te kennen. Naast een BGA, kan de Europese Commissie een Beschermde Oorsprongs Benaming (BOB) of een Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (GTS) toekennen. Bij een BGA gaat het bijvoorbeeld om de bereiding van producten volgens een lokale methode, zoals Ardenner ham en nu dus ook de Limburgse Vlaai. Van een BOB is sprake wanneer de kwaliteit of andere kenmerken van een product zijn te danken aan het geografische milieu van de plaats van oorsprong. Te denken valt aan Beurre d’Isigny; het gras dat de koeien in de streek Isigny (Normandië) eten, groeit op een zilte, moerasachtige bodem. Hieraan dankt de boter haar kenmerkende smaak. Tot slot kan er een kwaliteitslabel (GTS) worden toegekend aan producten die op een traditionele wijze worden bereid, zoals Mozzarella en Hollandse Nieuwe.

Voor merkhouders kan een en ander relevant zijn, omdat het Benelux merkenregister een merkaanvraag kan weigering wegens het bestaan van een oudere, beschermde geografische herkomstaanduidingen (en ook benamingen van beschermde plantenrassen trouwens). Ook kan de eigenaar van een dergelijke BGA, BOB of GTS oppositie indienen of een doorhalingsprocedure starten tegen de merkaanvraag.